BESCHEIDEN REQ VEST AAN MINISTER KTJYPER. 41
gemeente met terminologische uitdrukkingen als: paf, grutterig, énervé, zielig, katterig enz. aanduidt, slaat men de schennende hand aan het eigen ik en benijdt het uiterlijk-gelukkige eens pasteibakkers, sigarenhandelaars, meubelmakers, kattenmeppers, worstfabrikants — (Te dezer plekke tittels plaatsend, Excellentie, uit onvermogen muziekbalken met droevige notentremoleering in te lasschen — waarlijk dat is het grootste gebrek der schrijvende gaven, dat onze teerste lyriek in words, words verbrabbelt! —, tittels neerputtend, Excellentie, geschiedt zulks als symbool der smartlijke impotentie om alle benijdenswaardige uiterlijk-gelukkigen in één adem te compileeren.) Ik ben van degeen die u begrijpen, die uw eenzame sterkte gevoelen, die een reflexbeweging maken, telkens als de grove, domme mèn u bespeldeprikt. U en ik, Excellentie, om er twéé te grijpen uit dé zwaar-torsende reeks publieke mannen, wéten dat geen stekelvarken zóóveel naalden in z’n bast (pardon voor ’1 onwelvoeglijk woord!) kan hebben, als een bekend burger speldeprik-won-den. O, het zijn Simson-beenen en Achilles-botten die den last der openbaarheid dragen! Zijn wij geen publieke speldenkussens, om het gruwelding bij z’n naam te duiden? Zal het nageslacht uwe onsterfelijkheid eerend, het lauwst besef hebben van de geraffineerdheid der hedendaagsche pijnbank, die elke geste, elk gedoe, elk paar Tyrolerkousen, elk glas bier met duivelschen laster bezwaddert? Si j’étais roi, welke nachtmerrie! Si j’étais ministre, welke harente-stuip-zettende bloedschuld! Lacht gij, stoere werker, voor ’s lands belang: uw lach wordt beloerd, door afgunst versaterd! Weènt gij, heerlijke en machtige worstelaar voor kleine luyden: uw schromelijke belagers zien in uw nobele tranen gedrochtlijke weerspieglingen! O, tijd, o land, o laag-gezon-