VERHAALTJE. n
Ik steek een pijp op en zit voor het raam. De kinderen vullen blikken vormpjes met zand en kee-ren die om op het withouten tafeltje. Maar het begint te regenen. De vogels vluchten onder de dakpannen. De kinderen worden binnengeroepen. Er komt een groote rustige stilte. Alleen het getik van de regendruppels op de keukentrap en het gezang van de meid boven. De katten zitten op het kozijn.
Allés is zoo goed om te droomen.