GEMEENTERAAD S- VERKIEZING. 129
digeerd r a d i k a al plaatselijk blaadje — gasfabriek in eigen beheer — géén concessies — voorstander van ’n stoomtram èn van onderwijs zoo breed mogelijk opgevat — ja ’t zou wel gaan. Als ze dachten dat-ie met z’n mond vol tanden zou zitten — als die hatelijke, onaangename Stips dat dacht, nou dan kon-ie ’r pleizier van hebben!____
Zaligjes glansden de grijs-grauwe oogjes desheeren Hompelaar. Hij maakte zich geenerlei illusies over bokkesprongen van Gemeenteraad over Provinciale Staten naar Tweede kamer — maar de enkle klank van ’t woord Ede 1-A c h t b a a r dreef stroomen blijde beminlijkheid en gelukzaligheid naar z’n gebogen hoofd in deze zijne studeerkamer.
De passeerende menschen buiten, keken respectvol. Te allen tijde is het een nobel verschijnsel, wanneer ge een auteur, een geleerde, een alchimist, een gemeenteraadslid, een philosoof in de studie-cel bezig ziet.
Doch — plotsling ontdaan, opsprong de heer Hompelaar. In oude romans zouden ze zeggen: een adder had hem gestoken. In dit eenvoudig reciet kan ik dermate overdreven beelden achterwege laten — de heer Hompelaar dacht aan de woorden van Stips, de houding van Stips. Morgen kreeg je het hééle Bestuur èn den notaris, die zoo graag met de boekerij wou kennis maken. Stips had telkens ^opengesneden boeken te pakken
gekregen — als de notaris óók Je kon niet de
risée van die menschen worden. En ze in een andre kamer ontvangen — ging niet. De studeerkamer van een gemeenteraadslid-in-spe was de aangewezen plaats. Wat dan? De roep van kennis had Stips gezegd. — Als de notaris èn de dokter èn Stips voor of na de conferentie aan ’t snuffelen raakten
Schetsen Falkland. VI.