„Voor een pop,” zei de student.
„Ik zou je danken,” antwoordde Laura.
Dat verdraaide ze. Ze had héélemaal geen pijn.
Nee, dan liever ’r blous of moe d’r schoenen.
„’k Heb ’m ’r uit in ’n wip,” hield hij studie-be-geerig aan.
„Nog voor geen tién gulden! Ajuus!” ...
Knorrig liep ze de trap op. Nou begon ’t spektakel.
Moeder zat in de bedstee.
„Nou?”, vroeg ze grommend — geirriteerd door 91 lang liggen, ’t ziekbed zonder einde.
„Niks, ” zei Laura, de haarpen uit ’t hoedje trekkend.
Ze ging 9r moedeloos bij zitten. Geloop op advertenties gaf niks.
„Niks,” zeurde moeder, kregel het kussen terugduwend: „’t lijkt of je niet wil...”
„’k Zal maar niet antwoorden,” zei Laura in den ouden geduldigen toon: „anders komt 9r weer ruzie. Heb-ie je drankie geslikt?”...
De zieke keek snauwerig naar den grond.
„Hoor je niet, moeder?”
Geen antwoord.
„Zal 'k je ’n lepel géven?”