ACHT OM W DUBBELTJE. 23
’k uitverkoch! uitverkoch! Wanneer de bruid is an de man, wil d’r een ieder an ! .... ’n Miraaaakel! De vier kosten ’n dubbeltje! Wie d’r vier meedraagt krijgt ’r twee bij, dat binne d’r zes. Een ’r bij is zèèèèven en een d’r bij voor gunst en rekemanda-tie is acht! O! O! O! Kwaliteit! Wat is dat lekker! Lekkerrrrr!”
„Doorrijden!” vermaant een agent.
„’k Hinder meneer,” zegt kregel de koopman, aanvattend den boom.
Zacht schokt het hout op de veeren.
„Kom vooruit, Wolf! Wat sta je te gapen!”
’t Kind loopt duizelig mee, de hand aan de kar, wasbleek en zweetend.
Twee straten verder begint het opnieuw, staan zij te rooken vader en zoon, gelaat van het kind in vaalblauwe kronkels, die als tangen en klauwen het hoofdje omsnoeren.