heid sprekend, pogram. En.... ook dat nam men hen kwalijk; toen ontstond het sprookje Alle Joden zijn „rooien”. Behalve het wantrouwen van de „echte” patriotten, bracht het hen zelf een groote teleurstelling, vooral na de grootc verwachtingen, die zoo hoog gespannen waren. Het verleende wel bescherming in hun positie als werknemers, maar niet als vrijwaring tegen de funeste gevolgen van de Jodenhaat. En dat demonstreert weer eens overduidelijk de groote kwetsbaarheid der Joden, want heeft de geschiedenis ooit het tooncel te zien gegeven van vervolging der arbeiders in den vorm van pogroms? Natuurlijk zult ge tegenwerpen, ook de niet-Joden werden als arbeiders bestreden. Zeer zeker; maar altijd op parlementaire wijze en op het daarvoor geëigende terrein, en dan nog zonder aantasting van bezit of leven. Is het ooit voorgekomen, dat de uit eigen kracht omhooggeklommen arbeider later vervolgd werd, omdat hij eens.... arbeider was?
De animositeit, die sluimerend altijd aanwezig is en die men bij een passende gelegenheid meer of minder grof demonstreert tegen den Jood, die promotie maakte, ook al geschiedde die promotie uit hoofde van zijn kwaliteiten, zal men zelden aantreffen ten opzichte van anderen die zich opwerkten.
Is het dan een mcnschwaardige basis om maar steeds opnieuw afhankelijk te zijn van een hen welgezind rcgeeringsstelsel? In het verleden hadden de Joden zich dikwijls een waan geschapen Duitscher, Pool, Roemeen of Rus te zijn, totdat
79