volk — althans het overgroote deel — in duisternis zou ondergaan of werkeloos de handen in de schoot zou leggen, die kende onze volksaard al heel weinig. Juist nu ontwaakten de nobelste eigenschappen; ze lieten zich niet afschrikken door bedreiging noch geweld en begonnen hun sama-ritanenarbeid. Hoewel Goddelijk van oorsprong, moest deze, gedwongen, ondergronds, en in het verborgene geschieden.
Toen werd weer een der heroieke bladzijden geschreven in de annalen onzer vaderlandsche geschiedenis, grootseh en heerlijk, maar niet vreemd voor het volk van Oranje.
Jammer genoeg was ik nimmer in de gelegenheid de illegale strijders met militaire opdrachten gade te slaan, maar ik twijfel geen moment of ook hierover zullen heldendaden vol van opoffering en onverschrokken moed te bock gesteld worden en het voorwoord van dat boek zal geschreven blijken te zijn met het bloed der gevallenen.
Kerels die, overtuigd het recht aan hun zijde te hebben, koelbloedig den dood tegemoet tredend, stierven voor het vuurpeleton, gedood werden door een stomme kogel. Vele honderden gingen, geboeid maar niet gebogen, gebroken van ziel maar ongebroken in hun waardigheid, in den grauwen morgenstond hun terechtstelling tegemoet. Geen liefdcvolle hand drukte hun gebroken oogen toe, terwijl ze stierven in hun edel, bruut-vergoten bloed. En de zacht neerruischende regen kuste hun star vertrokken mond, waarmede zij
59