De nederlaag van Duitschland in den wereldoorlog van 1914—’18 bracht daar vele moeilijkheden.
Het is hier niet de plaats een afgerond oordeel te vellen over wat plaats greep in de periode tus-schen 1918 en 1933. Helaas zijn er vele en ernstige fouten, gemaakt door de toenmalige overwinnaars van wie men, niet ten onrechte, beweerde, dat zij den oorlog hadden gewonnen, maar de vrede verloren lieten gaan. Zeer zeker is het, dat men het Duitschland van Streseman, niet op de juiste wijze tegemoet trad bij zijn pogingen een democratische orde te vestigen. Men verzuimde Streseman en de zijnen bij te staan in hun titanenstrijd. Het in boeien geslagen land worstelde in zijn moeilijkheden alleen en de maatregelen, die men het oplegde, waren dikwijls ingegeven door haat en vrees. Al gelukte het Rathenau eenigszins deze boeien te slaken. We zien het volk ten prooi aan een enorme werkloosheid, inflatie en een zedelijke verwildering zonder weerga. Een volk in nood is een gemakkelijk kneedbare substantie en een willige prooi voor den politieken goochelaar; rijp voor alle experimenten.
48