behoeden door overbrenging naar elders?” Helaas, ik hoorde noch las het ooit.
Niet te denken is dikwijls beter, maar dan is het gevaar zeker niet denkbeeldig een makkelijke prooi te worden der doodende verveling. Behalve het gevaar van den geestelijken dood, was er het gevaar ontdekt te worden. Kan door iemand, die het zelf niet meemaaktc, bij benadering gepeild worden wrat dit zeggen wil?
Het zijn sleehts luttele woorden „bang om ontdekt te worden”, maar het ontbreekt mij aan uitbeeldend vermogen, om dit gevoel op papier in woorden weer te geven.
Bijna drie jaren slechts fluisterend te spreken, op je teenen te loopen, het feit te moeten vaststellen, dat je je kind moet terechtwijzen, omdat ze eens de onvoorzichtigheid beging te zingen (het natuurrecht van een kind!) en daardoor het gevaar opwekte, de aandacht der benedenburen te trekken. Bijna drie jaren bij iedere bel gereed fe «taan, een vooraf gereed gemaakte schuilplaats te betrekken, een schuilplaats waarin je, via een kunstig gecamoufleerd luik, ingeschoven wordt als een brood in een bakkersoven. Een schuilplaats, waarin je opgevouwen onder de dakpannen komt te liggen. Wat kan een ruk aan de bel al niet beteekenen?
Zoo geschiedde het b.v. op een stikdonkcren nacht, het kon nauwelijks twree uur geweest zijn. dat we door zoo’n angstaanjagende, doordringende ruk aan de bel, uit onze halve slaap opgeschrikt werden.
17