85
En dit gold voor meer belangrijke bestanden, zoals het bunkerboek van het S.D.-Lager. Het verslag van de overdracht, opgemaakt door het Informatiebureau NRK, bevat veel op- en aanmerkingen op de werkwijze en met name op de leiding van het ABC:
Op diverse brieven, welke de fgd. Directeur van het Informatiebureau tot Mej. Timmenga, werd nimmer antwoord ontvangen. Hieruit valt te concluderen, dat het zakelijke uit het oog werd verloren, en het persoonlijke een rol speelde. Dat hierdoor de belangen van de nagelaten betrekkingen ten zeerste werden geschaad, scheen bij Mej. Timmenga geen rol te spelen. Ware zij zelf ex-politiek gevangene geweest dan zou ze beter en fijner hebben kunnen aanvoelen het leed dat anderen is aangedaan en zou ze deze zaak niet op een dergelijke wijze op de spits gedreven hebben. 1
De afspraken over de overname van het personeel leverde een verrassing op. Drie medewerkers van het ABC werden niet door het RvO overgenomen en meldden zich bij het Informatiebureau van het NRK. Toen het voormalige hoofd van het ABC zich met een uitgebreid epistel tot politiek en media richtte en daarin al het oude zeer nog eens op een rijtje zette, was de relatie voorgoed verstoord.
Het Grote Cartotheek-project gaat ten onder
Hoe verging het de nieuwe overkoepelende cartotheek? De voortgang van de opbouw van het kaartsysteem werd door praktische problemen vertraagd. Men was afhankelijk van de medewerking van andere gemeenten en die hadden al problemen genoeg met het reconstrueren van hun eigen bevolkingsadministratie. Vooral medewerking van de gemeente Amsterdam was belangrijk, omdat daar de meeste gedeporteerde joden hadden gewoond. Blokker, chef van het Inlichtingenbureau, bezocht de chef van de Burgerlijke Stand van Amsterdam eind april 1946. Men moest de gegevens in Amsterdam collationeren, maar daar was gebrek aan deskundig personeel. Bovendien waren de Amsterdamse archiefkaarten grotendeels vernietigd. Men moest gebruikmaken van de gefilmde kopie van het systeem, maar er waren te weinig filmapparaten beschikbaar. Toch zegde Amsterdam zijn medewerking toe en er werd afgesproken zo snel mogelijk een proefzending op te sturen.2
De voortgang was afhankelijk van de beschikbaarheid van politieke gevangenen. In de loop van het voorjaar van 1946 werd het effect merkbaar van het beleid om de ‘lichte gevallen’ van collaboratie vrij te laten. Duizenden politieke gevangenen werden uit de kampen ontslagen.3 Er ontstond een acuut tekort aan arbeidskrachten wat de werkzaamheden vertraagde. Blokker, chef Gemeentelijk Inlichtingenbureau en de inspirator van het project, meende dat de vertraging ook te wijten was aan papiertekort, de slechte verhouding met het ABC en gebrek aan kantoorruimte en personeel te
240
241
242
1
Archief NRK-IB. Stukken betreffende de overdracht van het archief van het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen, 1946, aanvraagnummer 201. Bemerkingen op het overdrachtbericht d.d. 18 december 1946 van het voormalige hoofd van het Afwikkelingsbureau concentratiekampen aan de Directeur-Generaal van het Nederlandsche Roode Kruis te ’s-Gravenhage.
2
Ibidem. Rapport van het bezoek van H. Blokker aan de Chef van den Burgelijke Stand en Bevolkingsregister der Gemeente Amsterdam, de heer Septer, op dinsdag 23 april 1946.
3
Peter Romijn, Snel, streng en rechtvaardig. De afrekening met de ‘foute' Nederlanders 1945-1955 (Amsterdam 2002) 201.