5
1.1 Wat is context?Al sinds de professionalisering van het beroep archivaris in de 19e eeuw besteedt de beroepsgroep bijzondere aandacht aan context. De geschiedenis en de taak van het archiefvormende instituut en de administratieve processen worden in de institutionele geschiedenis behandeld, die een belangrijk onderdeel van de inventaris vormt. Behalve beschrijven is ordenen een kerntaak van de archivaris. Daarbij wordt getracht om de ‘oude orde’ te respecteren dan wel te reconstrueren. Maar zelfs het vak van archivaris is niet immuun voor de technische ontwikkeling. Voortschrijdende digitalisering sinds de tweede helft van de 20e eeuw heeft geleid tot een vakinhoudelijke paradigmaverschuiving. Niet langer is respect voor de ‘oude orde’ van het materiaal heilig, maar men richt zich op de samenhang en context. Informatie over de context waarin de documenten zijn ontstaan maakt een goede interpretatie mogelijk en zorgt voor waarborging van de authenticiteit.1
Maar wat is context nu eigenlijk? Iedereen heeft wel enige notie wat het begrip inhoudt, maar er zijn grote verschillen per vakgebied (en zelfs binnen het vakgebied) hoeveel waarde men aan contextuele factoren toekent. Een eenduidige definitie van het begrip ontbreekt, ook binnen de archiefwetenschap.2 Er zijn diverse theoretische beschouwingen verschenen in een poging om het begrip nader te definiëren. In 2000 verscheen een bundel van de Stichting Archiefpublicaties (SAP) waarin het begrip door diverse schrijvers vanuit de theorie en de praktijk wordt benaderd.3 Ook dit heeft geen eenduidigheid opgeleverd en het is de vraag of die er ooit zal komen, maar diverse schrijvers hebben een contextmodel geformuleerd en van die inzichten zullen we hier gebruikmaken.
Context is niet alleen van invloed op het ontstaan van het archief, maar ook op de onderzoeker, de archivaris èn de gebruiker. Een archief en de eenmaal geproduceerde inventaris zijn statisch: gefixeerd in de tijd. De omgeving verandert voortdurend. De eerste generatie historici die is geboren in een door digitale technologie gedomineerde wereld heeft zich inmiddels aangekondigd. Papier kennen zij slechts als een noodzakelijk hygiënisch hulpmiddel. Begrip over het ontstaan en de werking van een papieren bureaucratisch systeem vergt veel inlevingsvermogen. Dit probleem zal over honderd jaar een veel grotere omvang hebben dan nu. Met die vooruitziende blik moet de kennis over papieren archieven, waarover we nu beschikken, worden vastgelegd. En dat vergt van de huidige archivaris ook een niet te onderschatten intellectuele inspanning. De uitstervende archivaris van nu, die muffe papieren archieven beschrijft, moet zich bij de beschrijving daarvan voortdurend proberen te verplaatsen in de belevingswereld van zijn digitale achterkleinkind.
1.2 Context, archieven en herinneringHet individuele slachtoffer van de Holocaust staat in het huidige herinneringsproces steeds meer centraal. Op het internet zijn meerdere slachtofferbestanden te raadplegen.4 Het Herinneringscentrum
5
6
7
8
1
Peter J. Horsman, “’Het zat in de lucht.’ De concepten achter de Handleiding”, in: Tekst en Context van de Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven van 1898 (Hilversum1998) XCVII.
2
Geert-Jan van Bussel en Ferdinand Ector, Het begrip context vanuit archiefwetenschappelijk perspectief, www.vbds.nl/publicaties2005. geraadpleegd op 1 juli 2010.
3
Horsman, P.J.. Ketelaar, F.C.J. Thomassen, T.H.P.M. (eds.), interpretatiekaders in de archivistiek (Den Haag 2010).
4
Zoals het Digitaal Joods Monument (www.joodsmonument.nl), de slachtofferlijst van de Oorlogsgravenstichting (www.ogs.nl) en de Erelijst voor Gevallenen (www.erelijst.nl). Alleen het eerste initiatief betreft exclusief de Nederlandse slachtoffers van de Holocaust.