116
9.7 Bijlage 7. Verslag bezoek Mirjam Bolle.Verslag van het bezoek aan mevrouw Mirjam Bolle-Levie, Jeruzalem, donderdag 19 november 2009 aanwezig: mevrouw Bolle, Raymund Schütz (behandelaar Oorlogsnazorg), Marieke Bos (Archivaris Oorlogsnazorg). Verslaglegger: Raymund Schütz.
Doel van het bezoek: Mevrouw Mirjam Bolle is in 1917 geboren in Amsterdam en woont sinds 1947 in Jeruzalem. In Amsterdam werkte ze als secretaresse voor het Comité van Joodse Vluchtelingen en later voor de Joodsche Raad, Asscher en Cohen.
Over het boek
Ik zal je beschrijven hoe een dag er hier uitziet Dagboekbrieven uit Amsterdam, Westerbork en Bergen-Belsen.
Mirjam Bolle
Alles wat mevrouw Bolle wist heeft zij destijds opgeschreven. En: “als het er staat, zoals ik het heb opgeschreven, zo was het”. Ook als mensen nu bepaalde feiten in twijfel stellen, is zij er zeer op gebrand om via alle haar ter beschikbaar staande middelen (ook internet!) de juistheid van de feiten in het boek aan te tonen. Er komt een uitgave van het boek via Yad Vashem. Mevrouw Bolle maakte een zeer kwieke en mentaal scherpe indruk.
De Joodsche Raad
Asscher was een moedige man, die niet bang was voor de Duitsers. Sluzker had veel invloed. Als Duitse jood kon hij goed overweg met de Nazi’s van de Zentralstelle. De verschillende visies op zijn invloed hebben te maken met het feit dat functionarissen van de Joodsche Raad van het ene op het andere moment hun invloed konden verliezen. In het begin was de JR goed georganiseerd en wist men min of meer waar men aan toe was. Maar later werd de gehele organisatie voortdurend door elkaar geschud, medewerkers werden gedeporteerd en er was sprake van toenemende chaos. Er waren gescheiden secretariaten voor Vught en Westerbork. De heer Blüth bemoeide zich voornamelijk met Vught.
Stempels
De stempels voor vrijstelling van de arbeidsinzet in Duitsland (Sperres) werden door de Zentralstelle in de persoonsbewijzen geplaatst. Men moest zich daar melden.
De cartotheek
Mevrouw Bolle heeft niet inhoudelijk met de aanmaak van de kaartjes te maken gehad. Ze werkte samen met een accountant en moest kaarten tellen om lijsten samen te stellen. Details, zoals de betekenis van het K-stempel zijn haar niet bekend.
Gegevens deportatie
Het was doorgaans bekend of iemand was gedeporteerd en op welke datum. Vaak ook via het informele circuit, maar ook via de Joodsche Raad, de registratur in Westerbork.
Het Rode Kruis tijdens en na de oorlog
Mevrouw Bolle gebruikte de Rode Kruis-berichten om te communiceren met haar man in Palestina. Veel mensen maakten hiervan gebruik, ook toen men in Westerbork was, was dit de enige mogelijkheid om met de buitenwereld te communiceren, waarvan op grote schaal gebruik werd gemaakt.
Na de oorlog
Mevrouw Bolle heeft na de oorlog één keer met het Rode Kruis in Nederland te maken gehad. Zij weet niet precies waarvoor, maar kenschetste de behandeling die zij kreeg als ‘onverschillig’.
Conclusie
De informatie van mevrouw Bolle is voornamelijk van belang voor de context. De details heeft zij, voor zover bij haar bekend, al in de brieven genoemd. Zij was niet betrokken bij de vorming van de cartotheek, maar heeft eens keer onder moeilijke omstandigheden met het materiaal gewerkt. Hoewel op detailvragen geen antwoord is verkregen, was het toch een zeer zinvol en verhelderend gesprek.
Raymund Schütz