112
9.3 Bijlage 3: Regels voor het personeel van de Joodsche Raad.Amsterdam, 23 maart 1942
Regelen betreffende het Personeel van den Joodsche Raad voor Amsterdam1
Bij de behandeling van aangelegenheden, het personeel betreffende, zullen de navolgende regelen worden in acht genomen.
Wij verzoeken u hiervan goede nota te nemen:
1. De Personeelscommissie behartigt alle aangelegenheden, het Personeel betreffende. Aanstelling als geëmployeerde van den Joodschen Raad, alsmede wijzigingen in functie of
salaris, geschieden namens de Voorzitters schriftelijk door den voorzitter van de Personeelscommissie, na overleg met deze commissie. slechts zij, die de zg. grijze kaart bezitten, kunnen voor een aanstelling in aanmerking komen resp. in dienst blijven.
Bij het in dienst treden wordt den geëmployeerde een exemplaar van deze regelen ter hand
gesteld.
Iedere aanstelling geschiedt op proef. De proeftijd duurt, tenzij anders is afgesproken, een maand en ken met een gelijken termijn worden verlengd. Indien dit niet is geschied, gaat de dienstbetrekking over in één voor onbepaalden tijd, tenzij schriftelijk iets anders is medegedeeld.
Zij, die na afloop van den proeftijd in dienst blijven, ontvangen een legitimatie-kaart, waarin naam, geboorteplaats, geboortedatum en functie staan vermeld.
2. De salarissen worden in den regel uitbetaald op den laatsten dag van de maand, tenzij anders wordt bepaald.
Op het salaris kan in redelijke termijnen worden gekort, hetgeen de geëmployeerden terzake van de heffing van den Raad en om welke andere reden ook aan den Joodschen Raad verschuldigd zijn.
Toeslagen of vergoedingen worden uitgekeerd bij de eerste loonuitbetaling, welke plaatsvindt, nadat zij zijn vastgesteld.
3. Ontslag kan namens de Voorzitters alleen door den Voorzitter der Personeelscommissie schriftelijk worden verleend, - de desbetreffende afdeelingschef en de desbetreffende geëmployeerde, laatstgenoemde indien hij dit wenscht, gehoord - met een opzeggingstermijn van een maand (of van een week, indien het salaris per week wordt uitbetaald). Indien de geëmployeerde ontslag wil nemen, gelden dezelfde termijnen.
Zij, die op proef zijn aangesteld, kunnen worden ontslagen zonder opzeggingstermijn.
Indien een mannelijke en een vrouwelijke geëmployeerde van den Joodschen Raad met elkander in het huwelijk treden, moet één van beiden ontslag nemen of anders zal ontslag van één hunner volgen, tenzij uitdrukkelijk door den Voorzitter der Personeelscommissie - de Commissie zelf gehoord - dispensatie is verleend.
Ontslagen geëmployeerden zijn verplicht, terstond na hun ontslag alle onder hen berustende bescheiden van den Joodschen Raad, alsmede hun legitimatiekaart, terug te geven.
Indien de daartoe bevoegde afdeelingschef dit noodig oordeelt, kan hij een geëmployeerde, die zich ernstig misdraagt, schorsen om hen den den toegang tot de gebouwen van den Joodschen Raad terstond [te] ontzeggen. De geschorste zal onverwijld door den Voorzitter der Personeelscommissie worden gehoord. Deze laatste beslist zoo spoedig mogelijk, in elk geval binnen twee weken, of ontslag (onmiddellijk of met een opzeggingstermijn) moet volgen. Is binnen twee weken geen ontslag gevolgd, dan vervalt de schorsing.
4. De aanvang en het einde van den dagelijkschen werktijd, alsmede de duur van de middagpauze, worden namens de Voorzitters door den Voorzitter der Personeelscommissie na overleg met die Commissie bepaald. In den regel zal op alle werkdagen, behalve des Zaterdags, worden gewerkt en 's Zondags van 9 uur 's ochtends tot één uur 's middags. voorzover de wettelijke bepalingen dit toelaten. De werktijden zullen op alle kantoren en afdeelingen dezelfde zijn, voorzover de Voorzitter der Personeelscommissie niet voor bepaalde geëmployeerden of groepen van geëmployeerden anders heeft bepaald.
Op den Sjabbath en op officieel erkende Joodsche feestdagen, gedurende welke volgens de godsdienstige voorschriften niet mag worden gewerkt, zullen de bureaux van den Joodschen Raad
266
1
Transcriptie. Het origineel bevindt zich in het archief IB-NRK, Voorlichtingsbureau Afrikanerplein, aanvraagnummer 16.