Drie verhalen

DE DINGEN IN M’N KAMER ZIJN ME ZOO OVERBEKEND... Het is trouwens ook te donker, om iets duidelijk te onderscheiden. Wanneer ik tenminste nog een beetje ondernemingsgeest had, zou ik op dezen triesten Novemberdag er uit gaan. Maar de straten zijn vuil en nat. En naar een dancing... ik weet, dat ik dom zou toekijken; ze zijn niet mooi, de bewegingen der ijverige dansparen, die er te zien zijn. Dezelfde menschen, na hun vrijen tijd in de dancings doorgebracht te hebben, koopen dan geschenken voor de komende feesten. Het nieuwste: een rare Pierrot, tot inktpotje herschapen, met een lange veer op het steenen hoofd. Ook sjieke kalendertjes: kartonnen dameskopjes met ‘echt’ haar en overdreven lange halzen, waar onderaan het blokje met de dagen van het nieuwe jaar hangt. Er wordt zoo veel gemaakt, om de menschen plezier te doen...

De winkelstraten, die vochtige, glibberige, straten, zijn vol van lieden, welke deze leelijke inktpotjes en kalendertjes koopen — als verrassingen of teleurstellingen.

Ik wou dat ik ook zulke dingen mooi vond. Men is dan vlug tevreden en piekert er niet over, graag een lange zeereis te willen maken. Doch eveneens op deze zeereizen gebeuren droeve dingen. En ik weet nu, dat het goed kan zijn van nuttelooze en wanstaltige voorwerpjes te houden; hun drukke kakelbontheid leidt misschien af van gevaarlijke, duister-aantrekkehjke gedachten...

Die gedistingeerd uitziende vreemdeling op het schip verlangde naar schoonheid en avontuurlijke afwisseling. Hij wilde mooie vrouwen, groote lichte huizen met uitgestrekte parken en edele renpaarden. Hij hield niet van bazarartikelen. Het zou beter voor hem geweest zijn, wanneer hij in een kleine kamer tusschen eenvoudige meubeltjes hier en daar zoo’n Pierrot-inktpotje en een dameskop-kalender had gerangschikt. En een vroolijk, knap meisje zou hij zeker hebben gekregen. Wanthij was een rijzig,slank man, mijn mede-passagier. Het beviel hem blijkbaar goed, het rustige, comfortabele leven aan boord. Hij vertelde prettige, opgewekte dingen; zijn stem klonk aangenaam gedempt en mat. Men hoorde hem graag spreken. Trouwens hij was ook altijd cor-