Joodse godsdienstleer voor de jeugd

Titel
Joodse godsdienstleer voor de jeugd

Jaar
1969

Pagina's
220



7

5.

Voor God, die Almachtig is, moeten wij eerbied en ontzag hebben (יראה)• Aan Hem denkende,

T : ־

moeten wij steeds doen, wat Hij ons geboden heeft, en zelfs in het geheim alles laten, wat ons ver-boden is.

Wij behoor en echter onzen God ook te beminnen, evenals liefhebbende kinderen hunnen vader (אהבה).

T ï “

Zoo zeggen wij ook: ואהבת את ה׳ אלתיך בכל

T ;    \ IV V:    ״ T : ־ T :

לבבך ובכל נפשך ובכל מאדף " Gij zult den Eeuwige, uwen God, beminnen met geheel uw hart, geheel uwe ziel en geheel uw vermogen.”

Wie God vreest en bemint, zal gaarne alles, doen, wat God ons geboden heeft. Dit noemen wij: God dienen (בולה^)•

6.

Als een mensch ons iets goeds doet, dan danken wij hem daarvoor. Hoezeer moeten wij dan wel onzen God danken, die ons leven en gezondheid schenkt en ons iederen dag zooveel goeds doet genieten! Daarom danken wij Hem steeds in onze gebeden en Spreken voor Hem telkens lofzeggingen

(ברכות) uit.

T :

Ook wanneer ons iets gebeurt, wat niet aange-naam is, moeten wij denken: wat God doet, die zoo Alwijs en Algoed is, is steeds goed voor ons.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.