Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Titel
Opstandige liederen, Derde deel der Liederen

Jaar
1919

Pagina's
49



Totdat gij zult werker, henen vagen Met één streek, de kerkezakjeszielen,

En de vlammen van het oproer dragen,

En deez’ oude maatschappij vernielen;

Over de vernieuwde aarde, springen Nu in menschenharten deuren open,

Stem van de gemeenschap hoort gij loopen, Stem van de gemeenschap hoort gij zingen.

Zing Gemeenschap die gij hebt verlaten Uwe kam eren van veel ellende,

Naar de toekomst, naar de lichte staten,

Gij bevrijde, zult gij voetstap wenden.

Zing gemeenschap, nu zijn te bereiken,

Over zilvren waters van gelijkheid, D’eindelooze nieuwe wereldrijken,

Waar de gouden wind waait van de vrijheid.

Zing gemeenschap! van vallei en dalen Zichtbaar zijn geworden de bewoners,

Onder hen zijn slaven noch daglooners,

Van geen meester gaan zij arbeid halen.

Zing gemeenschap, nu zijn broederschappen Aan de menschheid het bevel geworden; Wind over de aarde, ga boodschappen: Arbeid is de broederschap geworden.

24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.