God

Titel
God

Jaar
1930

Overig
een gedicht

Pagina's
93



*<

De geest rijpt aan de stof, zooals een bloem Die zich voelt door de hemelstof begoten,

En hoort het kloppen aan haar donkren doem, En springt den kelk uit, die haar hield besloten

Stof is het Al, de geest is hare roem En alderfijnst sieraad, uit licht gegoten En zwevend erts, dat ik te zamen noem Muziek, der aarde zee en lucht ontvloten,

Hoort hoe omwaart haar blinkende tempeest Dat nog in stilte laat een adem hooren In golving op en aan en nimmer moe.

Wij doen van klanken dronken d’oogen toe En worden lichtende als nooit te voren En zweven weg naar een onzichtbaar feest.

68

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.