Bladz.
Heb ik het komen van den nacht verstaan,... 58
Alles van u en niets van mij,........60
Dit zal het einde zijn: ............62
Ik heb dit lichaam wel bemind........63
Wanneer het zomer werd ...........64
De zon heeft mij gemaakt..........66
Ik kan niet zwijgen, eerst moet ik uitzingen ... 67 Steeds baart ge mij, daar is geen dood-zijn
meer,...................68
Een droomend kind dat met de sterren speelt,... 70
Zoudt gij dan bedoelen............71
Zoo lekker voor jezelven henen, schrijven, ... 72
Nu weet ik wat in mij is denkende,......74
In mij is het lichtende verblijden.......76
De fijne luisterende boomen staan.......79
De boomen wachten dat gij hen moogt zien... 81
Gij moet schrijven uit de stilte,........82
Gij moet schrijven uit het overal,.......84
De boomen houden intocht in mijn oogen . .85
Muziek.................86
Die u niet kennen.............. 88
Niets is er, dan waar gij zijt,.........90
Het huis der schoonheid...........91