te ruiken: ik vóél 'r. Laat 't u zonder krakeel gezegd zijn I (De Pastoor keert uit de keuken met *n glas melk voor Bruigom terug) En voor de laatste maal, verstaat u?) in de Tapperij begint 'n harmonica te spelen, en 'n vrouwe-stem zingt: „Ik ben in de schaduw geboren, rood-wit-blauw, rood-wit-blauw! Mijn liefie ik zal u....” Vinnig schuift Moeke het luikje omhoog) ....Nee, hoor! Dat kennen me niet hebben! Uitscheijen! Uitschei)en Toos! Begin je nou al met Hartjesdag?
Krukken-Toos. (onzichtbaar) Eli is jarig.
Moeke. Nog honderd jaar gezonde oogen, Eli, maar geen concert! Uitscheijen, Toos. Wat weerlicht, 'k mot niet ellek oogeblik politie over de vloer!
Krukken-Toos. Hindert ’t jou? Hindert 't mijn? Gun jij 'n blinde z*n broodwinning niet?
Moeke, 'n Blinde! Haal de kunsten niet uit!
Krukken-Toos. Jij zal zoo bezocht wezen!
Moeke, (terwijl Job de Tapperij ingaat) Dat zal ik.
Krukken-Toos. Mamzer! Risschespoonum!
Moeke. Ik versta geen Spaansch.
Krukken-Toos. Jij verstaat niks. Enkel jezelf. Kijk 'r toch niet an met je dooie oogen, Eli. Die het met niemand meelijjen....
Moeke, ’k Heb met jullie allemaal meelij en met mezelf in de eerste plaats, as 't maar geen meelij met muziek mot wezen. Nog één bekeuring en 'k mag 'n week sluiten! (de harmonica zet nog eens in)... .Wel verdorie! Smijt ze dan ’r uit, Job — en as je je eigen vingers niet vuil wil maken — d'r staat voor 't Posthuis 'n agent....
Krukken-Toos. Je zal krijgen wat ik je wensch, mamzer benedidde, 'n makke zoo groot as.... (Een Manne-
stem: „Asjeblief!”) Nou mot u is hooren, meneer de
agent.... (De stem: „Asjeblief!” Een diepe stilte).
16