55
we hebben ’m alle eer bewezen, alle, alle, boor! ’r Waren
— en dat zeg 5k niet, als zou ’tuiterlijk vertoon de hoofdzaak zyn! — 'r waren vijf volgkoetsen met palfreniers — natuurlyk met palfreniers —- ’r waren acht, nee negen bloemstukken — trop de fleurs, trop de fleurs! — en buiten was ’n enorme, ’n enorme belangstelling ... En aan ’t graf heb ’k — heb ik — ’n woordje gesproken. Je kan tevreden zijn. ’tls treurig, maar ’t is in orde geweest! En, en, ’t doet me genoegen, 5t doet me meer dan genoegen, dat je nou ook op ben gestaan: je had % na je flauwte, leelijk, heel leelijk te pakken. Je ... je ... En, en, en ’k hoop, dat ’t je in die twee dagen in ons huis aan niets heeft ontbroken! Heb je al wat gedronken? Wil je ’n sandwich? 5n Glas port, ’n kop bouillon? Schud nou niet je hoofd! We hebben ons allemaal moeten versterken. Je begrijpt, dat we vroeg uit de veeren zijn geweest, dat zoo’n rit voetstaps
— volle vijf kwartier — op m’n horloge gecontroleerd!
— in die gemeene kou — en dan buiten — en weer ’n half uur terug — dat dat je niet alleen van streek maakt, maar je ook — daarvoor zijn we menschen — behoefte geeft ’n kleinigheidje. .. (tot Charles) Zeg jij ’ns aan je moeder, dat ze je tante sandwiches brengt...
P o 11 i e: Nee, as ’k dan eten mot, dan ’n boterham.
P r o s p e r: Dat presenteer ’k je toch! 'n Sandwich met ham, met rookvleesch, met kaas ... ?
P o 11 i e. Nee, 'n boterham.
ACHTSTE TOONEEL.
De vorigen, Mevrouw.
Mevrouw: (met glas port en broodje door linker zijdeur) Charltje, m’n kind, nu zul je toch heusch...
Prosper: (op haar toeschietend, en 91 uit haar handen nemend) Pyramidaal 1 Vlugger kan ’t wel niet! (tot Pollie) En nu ga je hier aan de tafel zitten. (tot Charles)