18
gulden — en Prosper, even later, in ’n binnenzak, ’n cheque-boek op de Gredietbank. Daaruit maakten ze op...
G r o o m o e: ... Dat-ie geld achterlaat! Daar hoef je niet aan te twijfelen! Dan erven jullie!
Mevrouw: Ja, èls ’t zoo is, als *r niets tusschenbeiden komt, erven we, wy en Baptiste.
Groomoe: En dat vertel je nou pas! En dat vertel je met ’n gezicht of je ’n ongeluk gebeurt!
Mevrouw: Ik maak me niet blij over ’n vogel in de lucht, ’k Heb in — en buiten — m'n huwelijk te veel teleurstellingen ondervonden. Eerst als ’k ’t geld op de tafel voor me uitgeteld zie... (tot Charlotte, die uit achterkamer gekomen, in nieuwsgierig-luisterende houding staat) Kun jij niet kloppen?
Charlotte: U zei me straks...
Mevrouw: Ja, ja. Zet koffie.
Charlotte: Dan mot ’r eerst koffie wezen!
Mevrouw: Dan haal je.
Charlotte: Dan haal je? (gebaar met vingers). Opschrijven doet-ie niet meer.
Mevrouw: (zoekt vergeefs in portemonnaie, trekt de lade van *t schrijfbureau open) Geeft u even ’n gulden, moeder, ’k Zal u ’r dadelijk weer...
Groomoe: Moet ik... ? (houdt zich in voor de meid) ... Alsjeblief.
Charlotte: Meelansch?
Mevrouw: Mélange. (Charlotte sLf).
Groomoe: ’k Zal u ’r dadelijk weer! Dat ken ik, Jeanne! Ik krijg nou al over... Laat mij dat chequeboek ’ns kijken!
Mevrouw: Daar zijn Prosper en oom Aristide *n uur geleden mee naar de Credietbank gegaan, om te informeeren.
Groomoe: Aristide?... Dat was Baptiste toch beter als erfgenaam toevertrouwd!
Mevrouw: Baptiste is met den eersten trein naar Rotterdam gegaan.
Groomoe: Naar Rotterdam ?
Mevrouw: Omdat ’r ook nog in de zak-portefeuille ’n