12
VIERDE TOONEEL.
Mevrouw, Charles, Groomoe.
G r o o m o e: Heb ’k m’n positieven bjj mekander, of, of... In ’n sterfhuis ?... In 'n sterfhuis ?... Is — hiér — hier in ’t huis iemand... ?
Mevrouw: Ja, moeder.
Groomoe: Wie dan ? Wie is Gerrit Bien Aime ?
Charles: Pa z’n broer, groomoe.
Groomoe: Nee, vertel jtf nou niets, Charles! ’t Wordt me hoe langer hoe vreemder, hoe langer hoe ingewikkelder.. . Is hier in ’t huis ’n dooie?... Laat me nu niet op heete kolen zitten, Jeanne! Je begint met me geen boodschap te sturen en je eindigt met je mond te houden!
Mevrouw: ’t Is ook heel moeilijk, moeder, als u nerveus is, aan ’t woord te komen! Gerrit, 'n broer van Prosper...
Groomoe: Ach kom! Ach kom!
Mevrouw: Ja, ’n broer, heusch!
Groomoe: ’n Broer! ’n Broer! Zoo ineens ? Sinds wanneer?
Charles: Natuurlek sinds-ie geboren werd!
Groomoe: Nee, toe, Charles-lief, jongen, praat jj| nu niet mee, zoo helder is de zaak niet om met z’n tweeën tegelijk uitleg te geven! Waar woonde die broer dan en hoe komt-ie hiér, hiér... En aan wat is-ie gestorven?
Mevrouw: (tot Charlotte, die telegram binnen
brengt) Dank je en begin zachtjes an te dekken, Lotte (;telegram openend). Attent! Heel attent! Van Emmie en ’r man.
Charles: Nee, ma, leg u ’t daar niet neer — pa heeft zoo verzocht alles in de schaal te doen!
Groomoe: Nou, Jeanne, Jeanne, Jeanne! Hoor ’k eindelijk hoe de vork in den steel zit! Daar jaag ik me voor, daar haast ’k me voor, daar laat ’k drie-kwart ontbyt voor staan, daar...