BIJ DEN VIERDEN DRUK 3
Heijermans wilde echter wèl, door niemand gezien, de generale repetitie bij wonen en werd door mij daartoe binnengesmokkeld op de bovenste galerij van den ouden Hollandschen Schouwburg; de zaal bleef gedurende deze repetitie geheel in het donker.
't Stuk had succes en na eenige dagen maakte hij zich bekend als de auteur.
Echter haalde ,,de Groote Vlucht” niet meer dan d= 30 opvoeringen. Op 9 December zond hij ons uit Berlijn zijn nieuwste stuk, dat hier onder zijn naam gespeeld zou worden: „de Opgaande Zon”, waarvan de première volgens overeenkomst op 24 December gaan moest.
De ontvangst bij het publiek en 't grootste deel van de pers (ik herinner mij o.a. uitstekende critieken van C. J. A. v. Bruggen in ’t Handelsblad, de N. Rotterd. Crt. en van v. Nouhuys in ’t Vaderland, enz.) was gunstig, zoodat wij ,,de Opgaande Zon” ongeveer 75 malen vertoonden.
Bij de première speelden Alex Post (Faassen), Mathijs de Sterke, mevr. Van der Horst Sonja, mevr. De Boer-van Rijk Mathijs vrouw, de schrijver van dit artikeltje den grootvader. Heijermans woonde de laatste repetities bij.
In het Duitsch vertaald als „Die neue Sonne” werd dit spel uit den middenstand opgevoerd eind September 1910 in het Königliche Schauspielhaus ('t theater van keizer Wilhelm) ; de sympathie van den intendant Paul Lindau voor den auteur had veel tot de aanneming van het stuk bijgedragen. Hij is daar voor ’t eerst en voor ’t laatst bij de première van een zijner stukken voor *t voetlicht getreden om de slot-hulde van het publiek in ontvangst te nemen, — al mede op aandrang van Lindau. Heijermans had daar n.1. principieële bezwaren tegen; hij vond dit binnenhalen der publieke