TWEEDE BEDRIJF, TWEEDE TOONEEL 59
M a t h ij s :
.... En de Nora van jouw vrouw geen uitgezóchte moeder voor 't Burgerweeshuis vonden....
Bartels (druk-lacherig) :
. . . Doe jij 't 'r na?
M a t h ij s:
.... Morgen, vanmiddag nog, hahaha! .... De fout van collega Ibsen is — nog door niet één criticus opgelet! — dat in elk goed en degelijk huwelijk de man, de man de Nora is — de man zich moet vrijmaken — de man in 't slotbedrijf heen moet gaan, om ménsch te worden! Ik ben 'n Nora, zonder moed — jij ben 'n Nora — en jij — en jij — we missen tot zelfs de fut, de courage, om 'n uur later thuis te komen, zonder léügens, heeren! De leugen in 't huwelijk — 't gemis aan menschen-waarde in 't huwelijk!
S t u if s a n d:
. . . Dat moet je Zondag in je feestrede zeggen, hahaha! (algemeen gelach — en plotseling stilte door *t binnenkomen van Moeder en Grootva).
Tweede Tooneel
DE VORIGEN, MOEDER, GROOTVA
Grootva (met kerkboek in de hand) :
Dag heeren. . . . Dag heeren! Koud, hè! ... . 't Is hier beter as buiten....
Mathijs:
Wat's dat nou?.... Ga je weer weg, Anna Marie enzoovoort? (Moeder blijft even stug-vijandelijk met het kerkboek in de hand staan, gaat den winkel in).