De opgaande zon

Titel
De opgaande zon

Jaar
1908

Druk
1932

Overig
4ed

Pagina's
176



EERSTE BEDRIJF, ZESTIENDE TOONEEL    49

S o n j a:

Heeft-ie mij al gezegd... (snikt *t uit). O, vadertje! M a t h ij s:

Hè?.... Hè?....

S on j a:

’t Wordt zoo verschrikkelijk benauwend voor je, domineetje! Eerst die man die niet weg wou — toen die deurwaarder, net terwijl Jensen.... en *t surplus dat 'r niet is. . . .

M a t h ij s (achter haar stoel, neemt achterwaarts haar handen) :

Wat heb jij me straks gevraagd? ... .Of ik 't was, die. . . hè?. . . Nou wordt 't mijn beurt, Son. . . Ben jij dat? Jij?.. . Zijn we twee compagnons in de opgewektheid? Ja of nee?.. . Laten we ons.. . S o n j a (opstaand, V armen om *m heen slaand) : Nee! Nee!

M a t h ij s:

Door niemand — door geen sterveling! Door geen smerige papieren van de smerige beurs — door geen regiment deurwaarders! Mee! Mee! Ha-haha! (trekt haar naar den uitbouw, duwt haar er tegen, duwt er zelf tegen). Al zetten ze 'r dommekrachten tegen, al gaan ze hydraulisch aan ’t werk, al verschijnt *r de hand met ’t ,,Mene, mene, tekel upharsin!” wij lachen 'r tegen in, zoolang we 'n zuiver geweten hebben! (tot Grootva, die lichtschuw uit de keuken komt) .... Help 'ns mee, ouwe heer. . . .

Zestiende Tooneel DE VORIGEN, GROOTVA, MOEDER Grootva:

Meehelpen? .... Wat dan? ....




Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.