EERSTE BEDRIJF, VEERTIENDE TOONEEL 43
Grootva:
Hier vier in plaats van een — en ik in ’t donker — Veertiende Tooneel JENSEN, MATHIJS
M a t h ij s:
Die menschen op leeftijd, hahaha! Me ouwe heer — twee en zeventig — kras, hè? — alleen wat zwakjes van....
Jensen:
Ja, ja... . Buiten zie je 'm nooit....
M a t h ij s:
Zelden, zelden. Zit 't liefst bij z’n klokken. Jensen (glimlachend) :
Had-ie niet 'n vijf-en-twintig jaar gelejen 'n zaak in de Noordstraat — in uurwerken en speeldoo-zen?
M a t h ij s:
Ja, we vieren haast 't zilveren jubileum van — van de opheffing....
Jensen:
Van — van de eenigszins geforceerde opheffing.... M a t h ij s:
Ach! Merkwaardig hoe u op de hoogte is! Jensen:
Waarom merkwaardig? 'k Ben zelfs nog in 't bezit van 'n kleine pretentie — 'n verjaarde pretentie — 'k vertel dat natuurlijk voor de curiositeit . . . . U was toen juist van 't gymnasium af, niet waar, op weg naar de universiteit....