De opgaande zon

EERSTE BEDRIJF, NEGENDE TOONEEL    29

Moeder:

Heb je dien wissel van daarstraks waarachtig betaald? .... Van welk geld?

Mathijs (zich bijna in de koffie verslikkend): Dat heeft ze geloofd, geloofd! Hahaha!

Moeder:

Je hield toch 'n papier in je hand!

M a t h ij s:

Ja, ja! Hahaha! 'n Quitantie die 'k zelf onbetaald terug heb gekregen! Leer jij de ucances van 'n zaak dan nooit? Hahaha!

Moeder (vinnig) :

Van jou — nee van jou, leer 'k liever niks! O, o, de menschen zullen ons nog voor flesschentrekkers aanzien!

Mathijs (tot Sonja die *n lucifer bij z’n pijp houdt):

Dank je, hart. Hahaha! Weet je wat-ie zei, toen 'k voet bij stuk hield — van acht dagen, natuurlijk, natuurlijk! — dat-ie ,,niet meer terugkwam”, hahaha! Dat dee de duif uit de ark van Noë ook niet, zei ik — en toen moest-ie zelf lachen hahaha!

Moeder (met geraas de borden en messen ruimend ) :

As je nou nog langer lacht — ik waarschuw je, Thijs — ik hou 't niet uit! 't Zit me tot hier. Ik schrik van elke winkelschel, en jij gaat als 'n zieltje-zonder-zorg te keer....

Sonja:

Hoe ken je nou zoo uitvallen, Moeke! Weten wij ’t niet net zoo goed als jij?

De Opgaande Zon 3