Louis B. staat midden in de zaal. Het licht is uit, op het toneel brandt repetitielicht. Ik sta in zijn buurt, Eric komt op. Hij speelt in het stuk een miljonairs-zoon. Louis zegt tegen me: wat ziet hij er verdomd armoedig uit. Is dat nou een zoon van een schatrijke vent? Nee, zeg ik. Eric brengt het goed, sterk, creatief. Louis B. vergeet het pak, staat te happen, wat een eigenaardigheid van hem is. Hij heeft me vergeten, als hij ooit gemerkt heeft, met wie hij sprak. Kan me niet schelen.
Het nieuwe seizoen is begonnen. Een klein rolletje in dit stuk. Geen zwangerschap na Francis. Francis is er ook in, als we elkaar ontmoeten geeft hij me een zoen. Soms zit ik op zijn schoot. We willen geen van twee meer.
Tussen de coulissen zit ik naast Eric. Waarom heb je zo’n confectiepakje aan? Louis B. zei het tegen me, Eric, dat is toch niet voor deze rol. Eric kijkt me verstoord aan. Geen geld, denk ik. Toch heeft hij een behoorlijk salaris.
De première is de volgende avond. Daarna schrijven de kranten: Eric Wells gaf een voortreffelijke creatie van de jonge miljonairszoon. Jammer dat hij zo’n armoedig confectiepak aanhad...
De avond erna komt Eric in mijn kleedkamer. Hij legt een appel op mijn kleedtafel. Voor jou, heb ik