De minnaars

begreep niet aldoor wat hij met mij doen wilde. Ik was niet geslaagd voor mijn examen. Ik was een gehoorzaam, hanteerbaar ding in bed geweest, dat was alles. Creativiteit ontbrak. Het malle was, dat ik me daarvoor schaamde en besloot mijn leven op dat punt te verbeteren door uit te zoeken, waar ik gefaald had.

Ik ging speuren in bibliotheken naar boeken, die over het seksuele handelden. Merkte al heel gauw het onderscheid tussen pornografie en het eerlijk bedoelde boek. Pornografie deed me niets. Dat met opzet ‘blootleggen’ voelde ik terecht als seks-kitsch, met commerciële achtergrond. Als ik in het buitenland in een souvenirwinkel sta bekruipt me hetzelfde gevoel. De gehaaide fabrieksconstructie die de eenvoudige ziel een indruk van een land moet geven. Je pikt er niets van mee, niet van de klompjes, de scheepjes, de bedrukte doekjes. Van seksfoto’s ontvlam je niet. Papieren mannetjes en vrouwtjes, bodybuilding, de verleidelijke verstarde glimlach...

Ik las Het Volkomen Huwelijk, wat toen nieuw was. Registratie van standen, overzicht van mogelijkheden. Ik kreeg de Kamasutra in handen, liefdes-boek van de Hindoes, geschreven in de vierde eeuw. Een dik boek over alle soorten van aanrakingen, alle soorten van kussen. Ik las over de opleiding van de geisha’s, die door een oude, alwetende oergeisha alles over het kozen en minnen leren. Als hij gaat liggen, kijk je of hij goed ligt. Ligt hij goed, dan