eef: Ja, ik heb bijgeteekend voor nog minstens dertig jaar. jasper: Verstandig, hoor. . . . Gister dachten we dat j’e ’t te pakken had, maar je werd tegen den avond ineens zoo muzikaal, dat ’t gevaar wel geweken moest zijn. eef: Niewaar ?. . . . Je ken zoo, zonder datje ’t zelf weet. . . . nanning: .... En die val is ook goed afgeloopen. . . . eef: Ja, ’t was goddank niet furtiesiema, maar hoe zeg-ie dat ook weer - erg pianoma, hèhèhè!. . . . Hoe komt ’n mensch an de uitdrukkinge!. . . . Wat kijken jullie nou of’t spookt. . . . (tot Miep, die alles voor haar gereed zet) . . . .Dank je wel, kind. . . . miep: Wel bekome ’t u. . . .
eef: ’t Zal jou ook net zoo bekommen. ... (tot Mop, die haar bord vult). . . . Dank-ie, Marie. . . . Da’s soep -da’s soep om je vijanden mee uit d’r graf te halen. . . . (zij eet. De anderen kijken toe en zwijgen) ... .Je mag d’r wel bij praten - of slurp ik te hard. . . . ?
jasper: Is ’r iemand bij je boven?.. . . eef: Ja - en je raait nooit wie. . . . De meneer, bij wie jij vandaag met Mop geweest ben. . . . jasper: Je. . . .
mop: Ach wel nee, Jasp. Da’s de behanger, die nieuw zeil legt. . . . Eef, vertrouw je dien man zoo heel alleen? eef: Waarom niet?. . . . Hij mot niks van me hebben. . . . Vertrouwen doe ’k alleen geen mènsch van wie ik wat mot hebben. . . . Allemachtigste, wat is die soep heet. . . . Effen
blazen Nou, nou - taart en druiven - druiven, wat
betaal je daarvoor?. . . .
mop: .... Dat weet ’k niet, Eef - die heeft Nanning meegebracht. . . .
eef: .... En bloemen, en, en. . . . (bekijkt de kreeftensla)
. . . .Wat zit ’r onder die gele saus. . . .
68