ZEVENDE TOONEEL
DE VORIGEN E E F
eef: (is uit de slaapkamer gekomen, ontsluit de voordeur, roept aan de trap) Komt ’r haast iemand ? Nou dan! johannes: (aan de trap) Wiedaar?
eef: (terwijl de anderen in de benedenkamer mekaar onthutst aankijken) Wiedaar! Wiedaar! Vent, ben je gek? Wiedaar! Wiedaar! Dat vraagt wiedaar!
mop : (Johannes opzij dringend) Gut, Eef, we dachten allemaal datje uit was gegaan!
eef: Dach-ie dat? Dach-ie da’k uit ben gegaan, as 5k eerst as 5n hond zoo ziek leg - en dan haast hardstikken dood val ? mop: Ik kom bij je. (af naar boven).
nanning: (Miep zoekend, die bij Eefs geluid in de keuken verdwenen is) Is Miep geëclipseerd ? Waar is die zoo ineens. . . . ? jasper: (ingehouden lachend) In 5t achterhuis.. . . 5n Slak, die je aanraakt, doet 5t niet vlugger. . . . Ja, nou mag jij 5r 5n handje helpen. Je hoeft enkel nog maar mayonaise voor de kreeftensla te klutsen - ’t geel van 5n ei. . . . O, hij luistert al niet meer. ... (hij steekt een bloem in z'n knoopsgat, stopt een pijp, kijkt door de microscoop, slaat een studieboek open en maakt aanteeke-ningen )
mop: (boven) . . . .Heb-ie je bezeerd, Eef? eef: Wat vraagje nou ineens met 5n belangstelling van lik-me-vessie?. ... As 5k op me hersens was gevallen in plaats van op me knie en me dij, had je toch (wrijft zich pijnlijk het scheenbeen) - ogotogot wat 5n lamlendige pijn! - had je toch in je handen gewreven. . . . Maar geholpen had ’t je niks -ogotogot, waarom mot ik nou zoo’n smak doen! - niks, nie-medal, 5t staat in me testament beschreven - as je 5t maar weet! - ogotogot, 5k heb al z’n leven wat gebroken. . . .
59