mensch. Mag-die ’n klontje ?. . . . ’k Heb de thee bij me bed staan. Hou dan je bekkie open. . . . Jessis, wat vangt-ie
handig! Stil is.... Ze kommen thuis.... Dag juffrouw....
Dag fijne smoel!. . . . ’k La-me gordijn maar zakken. Da’s vrijer voor u en voor mijn. . . . Dag juffrouw. . . . de stem: Dag mevrouw.
DERDE TOONEEL
JASPER MOP
jasper: En nou 5n behoorlijk verjaarsgezicht! Je heb 5r op
straat bijgeloopen of je ruzie met me had.
mop: (hoed en mantel neerleggend) Jasperlief, je heb toch zelf
bij den advocaat gehoord hoe zwak we staan.
jasper: We?. . . .Jij.
mop: Ik ben in geen feeststemming. . . . En dat goeie kind, dat de tafel zoo prettig gedekt heeft. . . . (luistert) ... .Ik hoor 5r niet.
jasper: Dan zal ze nog 5r bedje houen, of wéér 5r bedje houen na de serenade op 5t orgel. . . .
mop: Zal 5k even bij ’r aankloppen? We kunnen toch niet zoo onhartelijk zijn. 5n Mensch blijft Jn mensch. . . . jasper: Heeft ze gister geantwoord? Ze schijnt ineens behoefte aan eenzaamheid en contemplatie te hebben gekregen. mop: En als 5t nou 5ns ernstig is! Toen is ze toch goed voor me geweest. . . .
jasper: Mop, tegen die vrouw met 5r hardnekkigkwaadaar-digen aard, kan jij niet op. . . .
mop: Man, redeneer toch niet zoo aan één kant. . . . Misschien is ze kwaadaardig - en misschien hebben wij - of ik — 5t ’r gemaakt. . . . Voor maanden - nooit vergeet 5k dien avond - heb 5k boven bij 5r zitten snikken en ’r hulp gevraagd.
5i