jasper: Wel te rusten, sylphide. Droom zacht. eef: 5t Zal je zoo bekomen, als je 5t meent! 5s Kijken wat me advocaat zegt. . . . ’k Heb zwart op wit. . . . Zwart op wit.... Daar zal je van opfrisschen. . . .
jasper: Nacht, liefste Eef. ... (ze blijft ijzig zitten tot hij de deur uit is, doet de deur op slot, gaat in de slaapkamer na de lamp te hebben uitgedraaid).
DERTIENDE TOONEEL
JASPER MOP
mop: (die met de krant in haar handen en de oogen gesloten achterover in den stoel ligt, schrikt) Hè!
jasper: Schemer je nog? (buigt zich over haar en neemt haar hoofd in zijn handen) Ik wensch je geluk met ons kind, vrouw. (kust haar).
mop: (terwijl in de slaapkamer boven, achter het neergelaten gordijn, de lamp opgestoken wordt en Eef’s schaduw zich voor een kleinen, staanden toiletspiegel begint te bewegen) Dank je, man. Ging Johan daar de deur uit? jasper: Ja. Met ’n brief. mop: sn Brief.
jasper: Voor 5r adcovaat. Dat kan ’n prettige geschiedenis worden.
mop: (zich bedwingend) O, lieve God. . . .
jasper: Schaam je je niet vanavond zoo te zitten! (neemt
haar hand).
DOEK
EINDE VAN HET EERSTE BEDRIJF
42