eef: (bij weerlicht). Hè!. . .. (bijschuivend). Is u de makelaar? (hij knikt. - Boven gaat Mop de keuken in). Heb u die twee duizend Pond? (hij knikt). . . . Dan zou ik u wel is willen spreken.... mijpel: Over?
eef: Juist over.... Ik zit 9r in. ... mijpel: .... Heb u bij gesprongen? eef: Met ’n kapitaal. mijpel: Fluiten.
eef: (vinnig). Fluiten?. ... En ze zee. .. . mijpel: ’k Heb *r bijtijds gewaarschuwd. Eigen hoofd getoond. Komt niks van terecht. ...
eef: (boven legt Mop 'n servet over de kanariekooi). ... Wel alle-machtigste! Jawrelda, ik laat me daar oplichten! Dan bennen d’r toch nog advocaten. . . . Daar komt ze. . . . Fluiten! Jawelda! Maar ik niet!....
mijpel: (geeft haar zijn kaartje). Asjeblief. We zijn buren. eef: (lezend) Mijpel & Go., in effecten. Dank u. Nee, daar zullen we 5n stokkie voor steken.
mijpel: En as u nou zoo vrindelijk zou willen wezen me *n parapluie te leenen?. .. .
eef: Een? Twee! (in de winkeldeur) Marie! Marie! Breng je de groote parapluie voor me mee? Ja, in de gang! An je linkerhand bij ’t fonteintje! Heb-ie 5r?. . . . (terug). . . . Dus u meent. .. . ?
mijpel: (waarschuwend). . .. Kom u liever zelf bij me an, juffrouw.... ?
eef: Mevrouw Eva Bonheur.
mijpel: Mevrouw Bonheur. Jt Was me erg aangenaam, (tot Mop). ... Mevrouw was zoo beleefd me ’n parapluie te leenen. En 5t stort al niemeer zoo. Dames!. . . . (opnieuw tot Mop) Denk *r an - morgen vóór twaalf. . . . Dames!
26