eef: Speel je nou komedie of hoe heb ik ’t met je?. . . . Heb je de krant gelezen? jasper: Nee.
eef: Nee? Nee!. . . . (grijpt de krant van de linkertafel) ... . Asjeblief!. . . . Waar staat ’t?. . . . Wel allemachtigste heb Jk me bril. . . . (loopt de kamer uit, omhoog). jasper: (de krant opnemend). Waar moet 5k kijken, in 5t noorden of in ’t zuiden ?
mop: Tweede kolom van onder. In ’t donker zou 5k Jt nóg
vinden. . . . Daar. . . .
jasper: Dus hoeveel zijn ze achteruit?
mop: Dat heb je toch al gehoord? (Eef grist boven de bril van
den stoel, komt omlaag).
jasper: Ik bedoel hoeveel geld verlies je tijdelijk ? mop: Tijdelijk? (op huilen af). . . . De zwendel, ze boren geen olie! ’r Zit heelemaal geen olie!. . . . We zijn 5t alles kwijt. . . .
jasper: In godsnaam.
mop : Jasper - begrijp je ’t niet ?
eef: (met de bril op den neus bij de middentafel neer plonsend,).... Asjeblief!. . . . Zeventien. . . . Zeventien op een dag! Van de week zouen ze olie vinden! Van de week zouen ze op d’r ouwe koers, jawelda!. . . . Van vijftig op drie en dertig, drie en dertig, drie en dertig!. . . . Da’s ’n afgrond, ’n ruïne -da’s om in te verdrinken! En hij - hij - drinkt thee. . . . jasper: Zou je meenen, sylphide, dat de ongezellige historie ’r gezelliger door werd, als ik geen stokjes slikte? Damesbezoek - is Jt uitgekomen, Mop ? eef: Ik zegje één ding. . . . jasper: (droog) Eén. Hou je daarbij.
eef: (vinnig) Da’s me dank. Eerst iemand villen - en ’m dan treiteren!
12