Dubbel graf (serie Heijermans' Camera)

Titel
Dubbel graf (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



loos stekelbaarsje, ’t Was z’n fatale eerzucht geworden meer te vangen dan Arend uit ’t magazijn-van-speelgoed~en-gn)s-en-detail, die 'r de meest duivelsche trucjes op verzon hem dc baas te blijven. En als Arend, die de wurmen van 'n geheimzinnig parfum voorzag, en 'r op zwoer dat de visschen letterlijk gek werden door zulke gearomatiseerde glibbers, *n waar ach tigen snoek van je bovensten welstand te pakken kreeg, liep-ie in downe stemming langs de biezen en duikelaars der weteringen tot-ie op zijn beurt de zaligheid van ’n spartelende buit-van-beteekenis snapte. De lekkere rust buiten, de branding der zon of ’t smijdig regen-getekker, ’t tjilpen der vogels, ’t schieten van 'n waterspin of t zoete gekwekker van ’n bolstrottigen kikker vond-ie ’n genoegen om voor te knielen en geen baloorig gerucht in de echtelijke woning, geen standjes bij milliarden, geen verwijtende stilte hielden 'm meer van dat terug.

Door 't dólle heen werd-ie toen de zomer drukkend-heet eindigde en Arend — de verleider — 't nieuwste op ’t gebied bedacht: 't huren van 'n roeiboot en ’t spelevaren naar slooten en greppels waar je anders niet bij kon. Van den tocht om de veertien dagen werd ’t 'n uitstap om de acht. En toen-ie ’t zoo bont maakte dat-ie op 'n Zondag eerst tegen negen uur, bij schemer, boven water kwam, dee tante Hesje waarlijk woest. Ze keef zoodanig, zoo malsch en rondborstig dat de naaste buren ’r zoo al niet aan te pas kwamen dan toch de onplatonische uiteenzetting hóórden. Ze belette de engel-van-'n-meid den walgelijken voorraad te bakken — ze zweeg van Zondagavond tot Donderdagmorgen en vervolgens van Vrijdagavond tot Maandagmorgen. Hij, goedig, glimlachend — imbeciel, gelijk z ij het noemde — trachtte haar met lievigheden en ultra-onder-worpenheden te paaien — zij gaf geen duimbreed toe. ’n Man, die zoo z'n vrouw mishandelde, die ’r godganschelijke Zondagen an 'r lot overliet, met zoodjes katvisch, waarvan je wee werd, thuis kwam en dan den heelen Zondagavond op de kanapee lei te snurken, op van vermoeienis — ja, hij was me 'n jongen van negentien! — ’n man, die z’n vrouw op zoo’n lage wijze verwaarloosde, was geen man. Als de wekker in de waschkom afliep, schokte ze wakker en 'r adem inhoudend, om niet te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.