90 ’n jodenstreek?
alles goed.... dan ben ’k niet bang meer. ... ” „Maar dat gaat toch niet lieveling. Ze zal niet willen na al wat gebeurd is.”
„Dat zal ze wel, dat zal ze wel!” „Doortje, wees nu verstandig. Je weet toch da’k alles heb gedaan om je vader te verzoenen. Hoe wil je nu da-’k je moeder hier breng?” „Z’ is al hier geweest, ééns, ’n maand geleden. ” „Wat zeg je!”
,,’k Heb ’t je nooit durven zeggen.”
„Dat was niet mooi! Geheimen voor me te hebben .... foei! ”
„Ben j’r boos om?”
„Daarom niet, maar dat j’t me niet gezegd heb .... da’s niet mooi. ”
„Als ze hier was, Max.... bij de bevalling, zou ’k zoo gerust zijn.”
„Wil ’k haar dan schrijven?”
„Vader wou ook wel goed worden, als .... ”
Als ?....”
„Wor je niet boos?”
„Nee m’n schatje.”