’n jodenstreek? 59
In den donkeren nacht schitterden ontelbare sterren, hel-blinkend blauw licht. Hij bleef staan, machtig aangetrokken door diegroote Majesteit en zijn armen opheffend naar den hemel, herkreeg hij plotseling al zijn geestkracht, den lust om door te zetten, den moed om die kleingeestige banden der menschen te breken.
III
De deur van den coupé eerste klasse slaat dicht. De conducteur laat met een stil lachje het geldstuk in zijn zak glijden, ’t zooveelste van paartjes, die ’t liefst in d’eenzaamheid de woorden van den man van den burgerlijken stand overdenken. De bel rinkinkelt, ’t schelle fluitje van den treinchef snerpt, de trein zet zich in beweging, stoomt het station uit en ploft in toenemende ruzemoezige vaart in ’t donker, buiten.