’n jodenstreek? 23
gevolg dat de onderwijzer wou weten wat er gebeurde. Max wou niets verraden, kreeg een uur schoolblijven.
’s Avonds wachtte Aby hem op.
„Da-was heel mooi, om niet te klikken,” zei hij met warm enthousiasme: „Hou je nou maar of ik je dien trap niet gegeven heb. Wil je?”
,,’t Was gemeen om ’t zoo stiekem te doen!”
„Dan most jij ook maar niet zeggen, dat mijn pa gek is!”
„Dan most jouw pa mijn oom niet uitschelden...”
„Da’s mijn schuld niet. Wil je rooken, zeg?”
„Nee ’k rook niet!”
„Kan je ’t niet, hè?”
„Kunnen.... D’r is wat an! Oom wil ’t niet hebben!”
„Wat ben jij nog ’n flauwe! Jasses!
Zeg, ziet ’t d’r mooi uit in jullie kerk?