14 ’n jodenstreek ?
staat vast bij me. As je goed denkt te handelen, mot je dan niet doorzetten?”
„Maar ’t is juist heelemaal verkeerd, kind. Zeker, d’r zijn wel goeje jodenmenschen, zeker,
maar dat ze Christus ”
„Da-kan me niks schelen! De katholieken hebben de protestanten wel verbrand.... ’t
Is toch allemaal zoo dom! Wat is nou
’n geloof, zei Max.... ”
„Zei-die dat? Nee da’s niet mooi Zoo
iets mag je niet zeggen ”
„Weet je moeder wat-ie me gezegd heeft,
toen die me vroeg? ’k Hou van je ’k
geloof dat je net als ik denk of zult leeren denken over ’n vormendienst. Wil je me hebben? Toen heb ik ja gezegd, ’k Heb
beloofd nooit over godsdienst te spreken.... Protestant wor’k niet, zei hij nog: as je me neemt, ben ik geen jood, jij geen christin, dan zijn we twee menschen. Jij gelooft an God, ik ook. Als we willen bidden, doen we ’t samen, thuis of buiten... Dat von ’k mooi.