IV.
Naarmate ’t tijdstip der bevalling naderde, greep er eene groote verandering in Dora plaats, een verandering, die zich scherp op ’t vermagerde gezichtje afspiegelde. Eiken dag werd ze geagiteerder, met buien van nerveuse prikkelbaarheid. Zonder ’t te laten blijken was de jonge dokter in voortdurende onrust. De man van wetenschap, die zoo dikwijls koelbloedig en zeker in ziektegevallen optrad, had nu oogenblikken, dat hij al zijn weten verwenschte, dat hij zich de akeligste complicatiën voor den geest haalde, zich ’t ergste voorstelde. Dora’s opgewondenheid verontrustte hem. Ze had uren, dat ze naar hem zat te luisteren