Voetje (serie Heijermans' Camera)

Titel
Voetje (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



i8

kinderen, die, voor *r plezier buiten, zonder hulp van 'n meid, ’n kompleet bovenhuis aan kant hield, waschte, naaide, poetste, kookte, en dat alles met 'n genegenheid voor *r man en 'r kinderen en 'n gehumeurdheid, dat je geen tweede voorbeeld wist te bedenken!... Nou zong ze in de boven-verdieping bij yt luchten en opmaken van de bedden... Je oogen werden ’r vochtig bij, as je bedacht hoe Jan zich van kantoorbediende-van-tachentig-gulden-in-de-maand door spaarzaamheid en vlijt tot de positie van 't ’szomers zes weken buiten had opgewerkt en hoe 't geluk oppassende menschen gewoon naliep!... Kleine slobber-slokjes van 'r koffie nemend — 't was nog 'n godswonder dat *r bij de duurte koffie was! — zuinig-voorzichtige mondjes proevend, om *r lang mee te doen — dopte ze de erwtjes bij ’t raam en keek ’ns naar ft zee-sikkeltje en glimlachte als 'r ’n zee-meeuwen-paar voorbij-schoor of 'n strandlooper tusschen de helmen naar lekkers zocht. Boven zong Gusta en in de verte hoorde je ’t zachte geplons var wat de branding moest wezen. Was ’n vrede, om den lieveif God voor z’n weldaden te danken ... Zacht door ’r neus adem halend dopte ze, de eene peulvrucht na de andere, ze handigjes opensplijtend, en de erwtjes in de emaille-pan zamelend, en om zeker te zijn dat V geen wurmpjes bij waren, zette ze 'r d’r bril bij op.

Toen, eerder klaar dan ze 't gedacht had, klom ze de trap op, en hielp Gusta aan ’t restant van de slaapkamers — ’t anvegen van ’t zand uit de schoentjes — ft vullen van de kannen met schoon water — ’t te drogen hangen van de handdoeken.

„We zullen ze maar niet gaan halen, 1^6,” zei toen Gusta: „want ’t is ’n heel end van hier en eer we voor twaalf uur gedekt hebben en de boterhammen klaar gemaakt, wordt 't zeker te laat... Dan breken we liever vanmiddag ’n uurtje uit, as de boel an kant is... Dan heb-ie 'n rustiger gevoel — vind u niet?”

„Zoo als jij 't doet, kind, is’t goed,” praatte ze tevreden: „ik hecht niet zooveel an wandelen en ik vind 't zoo gezellig, dat *k hier m’n leven zou kunnen doorbrengen...

Ze lei — als in ’n droom zoo genoegelijk glimlachend — ’t tafelkleed op de tafel, met den broodbak en de jampot in 't

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.