Buren

Titel
Buren

Jaar
1903

Druk
1925

Pagina's
48



32

De overbuurman (onzichtbaar). Wat is dat? Wat hei jij met mijn dienstmeissie te maken?

Barend. ’k Vroeg d’r, meneer____

Overbuurman (nijdig). Je heb mijn dienstmeissie niet an te halen. Zijn dat ’n streken!

(het over zijraam bonst dicht).

Barend (ook het raam sluitend). Da’s prettig. Da’s heel prettig. Nou ben je zoo gek om....

Brandsma (op den stoel voetstampend). Stil dan! Stil dan toch! Ze hebben ruzie!

Johanna (op staand, ook bij de kast luisterend). Stil Barend!

Brandsma (snel fluisterend). Hij wil ze de huur opzegge! Hij slaat met z’n vuist op tafel!

Johanna (fluisterend). Wat zeit de dochter?

Brandsma (fltiisterend). ’k Heb dr lol in! (luistert). Wat ’n leugenaar! Hij zeit dat we 's nachts rumoer maken!

Johanna (driftig). Nee, maar daar mot je tegen opkommen! Dat ken je niet laten pas-seeren!

Brandsma (driftig'). Wat ken 'k nou niet laten passeeren ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.