25
VIJFDE TOONEEL.
De vorig en. De huisheer.
Huisheer. Goeien avond. Dag juffrouw. Dag meneer.
Johanna. Ga u zitten.
Huisheer. Meneer Brandsma, de buurman van benejen heeft me laten roepen.
Brandsma. Net wat ik voor ruim 'n week heb gedaan!....
Huisheer. Jawel, ’k weet ’r alles van. Hoor is, meneer Brandsma, as ik nog langer klachten krijg, zal je van je woning af motte.
Brandsma. Afmotte? Ik mot niks. ’k Heb contract voor ’n vol jaar.
Huisheer. Da’s dom genoeg van me geweest! Jullie ruineert ’t heele huis. Jij draait maar kramme in mijn plafond, kramme om bellen an op te hangen, terwijl je weet dat je niks mag beschadigen!
Brandsma. *k Zal doen wat ’k wil, as ik later maar alles weer in denzelfden staat oplever, waarin ’k ’t gevonden heb!....