Jan
Schakels
(tot Margriet die hem grijpen wil) Eerst ik! (hij leest met in verbluffing wegstrakkend gelaat. De brief zakt naar zijn knie. Gretig trekt Margriet het papier weg, leest, het hoofd in wiegelende ontzetting. Dirk, ongeduldig wachtend, strekt de hand uit. Driftig leest zij nog eens, reikt het paperas in paffe verslagenheid over)
Dirk
(hardop) “Waarde zoon. Ik hoop, datje deze brief in welstand moge ontvangen, gelijk wij het zijn” - God beter ’t - “Zo de Heer wil, hopen mejuffrouw Marianne en ik ons in de echtelijke staat te begeven. Moge het leven dat wij nog genieten zullen, rijk in voorspoed, rijk in zegen zijn, maar bovenal mogen gezondheid en tevredenheid ons het leven aangenaam maken, dan wordt de innige wens verhoord van uw liefhebbende vader .” - God beter ’t - “Receptie Larensteeg 187”.
Margriet
Wat een adder!
JAN
Met Marianne! Met Marianne! Ik heb er nog pas een rijksdaalder fooi gegeven.
Margriet
Een rijksdaalder fooi? Voor wat?
Jan
Ach mens...
Margriet En dat vertelt-ie nou pas!
JAN
(opvliegend) Moet ik jou soms alles...
Henk
(op de tafel kloppen) Nou! Nou! Moet dat gehakketak... Jan heeft een fooi gegeven en ik en Dirk en wij allemaal. En dat heeft er niks mee te maken. De hoofdzaak is en blijft - dat het met papa spaak loopt!...
Dirk
... Spaak! In het honderd!
Henk
Vind jij het verschil noemenswaardig om me daarvóór in de rede te vallen? ...