Schakels

Herman Heijermans

Jan

(ineens vinnig) Vals! Wie lacht er vals? Mag ik misschien lachen als ik wil!

Margriet Dat mag je niet!

Dirk

Er valt niks te lachen!

JAN

Nee, ik zal jou permissie vragen! Permissie of ik in me eigen huis lachen mag. Vertel jij niet zulke nonsens!

Dirk

Nonsens?

Ben je dan te stom om te begrijpen...

Margriet

Of-die stom is? Net voor je kwam heeft-ie een uur liggen sijbelen over z’n grok... - of ’t koud - of ’t warm was...

JAN

Nee jij!

Margriet

Ik? Ik? Al wou jij grok drinken zo heet als kokend water!

JAN

(kwaadaardig) Hou je mond!

Margriet

Dan zal jij hem eerst houden!

Dirk

Wel verdomme, daar loop ik me voor in ’t zweet!

Henk

(op) Goedenavond! (smijt driftig z’n hoed op een stoel)

Dirk

Nou? Wat heb ik je gezegd! (een lange stilte)

Jan

(tot Henk) Heb jij een brief van hem gekregen?

Henk

Ja. Alsjeblieft, (legt de brief stug op tafel)

66