Schakels
Henk
Wat doet dat ’r toe, papa! Wou u nou iedereen met wie u vroeger -vroeger! vroeger! gewoon enorm hoe u ’t altijd over vroeger heeft! -met wie u vróéger gewérkt heeft, op bouillon trakteren?
Pancras
Die Jacob Duik, jongen... (telefoonbel)
Henk
(aan de telefoon) Ja. Oh! Pieneman? Wat is er? (luistert - slaat driftig met de hand op tafel) Wat? Papa heeft zich vergist, Pieneman...
Pancras
(aarzelend) Ik heb ’t beloofd, ’t Is de zoon van...
Henk
(door de telefoon) Ja. Zaterdag uitbetalen en onder géén omstandigheden terugnemen! (belt driftig af) Nee, dat doet de deur dicht.
Pancras
(timide) Die Gerrit Duik is een zoon van...
Henk
Al was-die de zoon van God-weet-wie, hij gaat ’r uit. Een vent die relletjes uitlokt! Wel voor de donder, papa, de situatie wordt onhoudbaar als ü, als vader, meehelpt ’t gezag te ondermijnen.
Pancras
’t Gezag ondermijnen? De vader van Gerrit heeft mij...
Henk, laten we er geen ruzie om krijgen -je zult als direkteur je vader ’n plézier doen door die Duik te houden.
Henk
Nee, papa. Bij vijfhonderd man moet ’n voorbeeld gesteld worden.
Pancras
Dus je doet ’t niet?
Henk
Nee papa.
Pancras
Weetje ’t zeker?
Henk
(schouder ophalend) Ik denk er niet over, papa.
Pancras (nijdig) Dan - dan -
33