209
Zóo zit ik Sjiwwe tranenloos voor moeder -en voor dood geluk.
Ik in mijn kamer, éénzaam, bij de mug.
En óm de aarde, mét haar, de Oneindigheid van sterren weenen.
Er rust geen asch in vrede.
Mijn kamer-eenzaamheid en smart, zijn zoo ontzaggelijk verloren, als assche van een doode.....
De Morgen grauwt, Rebecca.....
De eerste morgen grauwt, grauwt over ’t doo-denhof, waar mijne moeder ligt. ... grauwrt over mijne droeve smart.
Amsterdam, 1893.
’ September yj
14