54
Dat verzoende haar. Vroolijk babbelde ze met hem. Of ze naar Brussel ging? Zoo bij Greiner ? . ... Dien kende hij wel,
lachte hij vroolijk, om z’n onwaarheid Hij kwam er
an huis Nu had hij ’n voetreis door de Ardennen
gemaakt, ’t Was ’r gloeiend mooi.... De Brusselaars waren idioten .... ezels, die zich in ’n stad opsloten ! .. .. Hij dweepte met de natuur.... Of ze eens voor hem poseeren wou ? Gekleed, natuurlijk gekleed ! ... . Geen tijd? Ach kom ! ... . Oom of tante kon er bij blijven .... Ze kon hem gerust vertrouwen .... Hij heette Gonnne .... Armand Gonne .... ’n Vlaamsche naam .... Hij dweepte met de Vlamingen .... O de mooie Vlaamsche beweging!. . .. Hij was trotsch op z’n naam .... Zoo heette ze Trinette Pascal? . . . Kijk wat ’n beroemde herinnering! . ... Wel, wel! .... Zeker, iedereen in Brussel kon hem .... Hij werkte ook voor ’t Gouvernement .... Ze moest maar eens gaan kijken naar ’t stadhuis .... D’r waren twee van zijn beelden bij .... Niet gekleed!.. . Nee met vijgeblaadjes .... Ha ! Ha! Ha! Ha ! en hij lachte luidruchtig.
Van tijd tot tijd sprak Manson ook ’n woordje, Trinette presenteerde bonbons uit ’t toetje. Gonne had moeite ’n boon stuk te kauwen, trok zulke leelijke gezichten, dat ze ’t uitschaterde. Ze vond ’m allergrappigst, veel grappiger dan Frans .... die mooie, witte handen.... die ring met z’n blauwig geflonker.... dat heldere gebit als ie lachte.
Toen werd ze opeens weer treurig. Oom deed ’n omslachtig verhaal van ’t ongeluk Pierre overkomen. Gonne schudde meewarig ’t hoofd, ’t Was schande, dat er met zulke slechte werktuigen gewerkt werd!.... Zoo’n eigenaar van de steengroeve moest gestraft worden .... Hij was vurig democraat. . . voelde zich aangetrokken tot ’t volk .... Alle artisten waren democraten! .. . . Geduld! . .. . Geduld! ... . men zou ’t gouvernement wel dwingen. Hij praatte vol enthousiasme, wees Trinette op de rijke natuur, toonde zich iemand met ’n warm hart.
Langzamerhand rekte ’t onderhoud. Gonne begon ’n schets