I.
Kort, haperend, met ’n schor geluidje dat je nauwelijks in de kamer kon hooren als 't raam zóó wijd open stond, ging de schel over.
„Stil nou even”, zei mama, die 't ’t eerst op had gelet, omdat ze languit op de sofa lag met 't hoofd naar de zij van de kamerdeur: ,,’k geloof dat 'r bij ons gebeld wordt... Stil dan, Duczi!"
Een moment — 't niet geloovend, omdat mama zich al twee maal vergist had — zaten ze onbewegelijk — 't spinnend gesnor van de naaimachine door Duczika’s voetjes gedreven hield op — en in de plotse luistrende stilte klonk enkel rumoerig en schel ’t geschreeuw en gegil van de meiden uit de Hochparterrekeuken, die met mekaar stoeiden, nu ze met de slapende kinderen van de „Herrschaften" alleen thuis waren.
„Is natuurlijk hiernaast geweest", zei Lotte: „hoe is ’t mogelijk, moeder!"
„Ik heb toch heusch...", verdedigde zich mama, opnieuw achterover leunend.
„Vooruit dan maar weer", lachte Duczika, de afgezakte mouwen van 'r blouse opstroopend: „en eer ’k nou nog 'ns ophou, Laurie, moet de brandweer met minstens zes wagens voor 't huis staan!"
Langzaam van aanloop hervatte de machine *r gonzend gezoem, maar tegelijk, nu raker, vinniger, tikkelde *t electrisch schelletje van de voordeur.
't Gaf 'n vroolijken schrik, ’n prettig even verstard zitten. Duczi lei de hand op 't vliegwiel der machine, keek met ’n glimlach van verrassing naar 't door de lamp beplast tafelzeil met z’n snippers, klosjes, lint, spelden en stuiptrekkende kevers — Lotte hield de naald in de mee-luistrende vingers, zonder ’n trilling, zonder 'n ook maar zwakjes verzitten — Betty, die zoo net de schaar in de blauw-zijden voering, langs den rand van 't papieren model, wou laten happen, boog 't hoofd naar de deur, en de kaken der schaar sparden, of ze niet meer tezaam zouen klikken — mama, op ’n elboog gestut, trok met de schichtige snelheid van 'n reflexgebaar de wit-gekookte voeten, die ze nog geen vijf minuten geleden geweekt had, in de beschermende rokkengrot.
„Nou, heb ik gelijk?", vroeg ze, de anderen wekkend.
Maar omdat 't schelletje met de driestheid van 'n dikwijls teleurgestelde beer, of met de vrijpostigheid van fn meer dan
1 1